Wat mij vooral raakte was niet de techniek zelf, hoe indrukwekkend ook, maar het besef dat slimme gebouwen pas écht waardevol worden wanneer technologie en menselijk gedrag samenkomen. Een slim gebouw dat geen oog heeft voor hoe mensen zich erin bewegen, is uiteindelijk niet slim, maar simpelweg complex.
Begin bij de juiste vraag, niet bij de data
Tijdens het panel werd duidelijk hoe vaak organisaties geneigd zijn om met data aan de slag te gaan zonder eerst te bepalen waarom. Sensoren plaatsen ‘omdat het kan’ levert vooral gigantische datastromen op die eerder verwarren dan verduidelijken. Ik herken dat uit de dagelijkse praktijk: dashboards vol cijfers waar niemand echt iets mee kan, simpelweg omdat de onderliggende vraag nooit scherp is gesteld.
Slim gebouwbeheer begint voor mij daarom met een heel simpele stap: bepalen welke uitdaging je wilt oplossen. Wil je comfort verbeteren? Energiegebruik verminderen? Onderhoud voorspelbaarder maken? Zodra je die vraag helder hebt, kun je gericht bepalen welke data relevant is. Dat maakt het proces efficiënter, maar zorgt vooral voor inzichten die daadwerkelijk bijdragen aan betere beslissingen.
Data verzamelen is geen succesfactor, doelgerichtheid wel
Een uitspraak van een van de panelleden bleef me bij: “Meer data betekent niet automatisch meer kennis.” En dat klopt. Data zonder context blijft ruis. Data zonder doel blijft ballast. En data zonder interpretatie leidt soms tot conclusies die haaks staan op de realiteit.
Voor facility managers betekent dit dat hun rol aan het verschuiven is. We stappen af van het beeld van de FM’er die vooral uitvoert en oplossen wat zich aandient. De toekomst vraagt om een regisseur die richting geeft, keuzes maakt en bepaalt welke informatie waardevol is voor strategische besluitvorming. FM wordt daarmee geen facilitator meer, maar een strategische partner binnen de organisatie.
Dashboards zijn handig, maar niet het eindstation
We zijn het in onze sector gewend dat dashboards ons overzicht geven. Ze zijn prettig, herkenbaar en visueel overtuigend. Maar in München werd opnieuw bevestigd wat ik zelf steeds vaker zie: dashboards zijn slechts een tussenfase.
Het uiteindelijke doel is een gebouw dat zelfstandig reageert op wat er gebeurt. Een omgeving die begrijpt wanneer ruimtes druk worden, automatisch energieverbruik optimaliseert, voorspelt wanneer onderhoud nodig is en comfort voortdurend bijstelt op basis van gebruik én menselijk gedrag. Een gebouw dat niet alleen registreert, maar analyseert en in sommige gevallen zelfs anticipeert.
In slimme gebouwen draait het uiteindelijk om mensen
Wat ik bijzonder inspirerend vond in München, is dat vrijwel iedereen benadrukte dat technologie pas echt waarde toevoegt als het welzijn, comfort en productiviteit ten goede komt. Van techdeveloper tot FM-expert. Slimme gebouwen leren van menselijk gedrag: ze herkennen patronen in gebruik, reageren op comfortbehoeften en helpen mensen beter te werken en te leven in hun omgeving.
Dit vraagt iets van dienstverleners in de facilitaire keten. Schoonmaak, hospitality, techniek: alle disciplines krijgen te maken met omgevingen die continu informatie geven over hoe mensen ruimtes gebruiken. De vraag wordt niet langer “Wat doen we?” maar “Waarom doen mensen wat ze doen en hoe sluit het gebouw daarop aan?”
De Facility Manager verdwijnt niet, maar evolueert
Een van de meest hoopvolle conclusies van het panel was dat AI de Facility Manager niet vervangt, maar versterkt. De FM’er van de toekomst reageert niet alleen op meldingen, maar ziet ontwikkelingen aankomen. Die beheert niet alleen gebouwen, maar ontwerpt mee aan omgevingen die bijdragen aan welzijn en prestaties. Die kijkt niet alleen naar kosten, maar vooral naar waarde voor medewerkers en organisaties.
De Facility Manager wordt hierdoor een cruciale schakel tussen technologie en praktijk, tussen gebruikers en bestuur, tussen data en besluitvorming. De rol wordt strategischer, invloedrijker en mensgerichter.
Waarom dit alles ertoe doet
De integratie van AI, BIM en slimme gebouwtechnologie is geen hype die vanzelf weer wegebt. Het is een logische en noodzakelijke stap richting efficiënter vastgoedbeheer, duurzamere gebouwen, gezonde en tevreden gebruikers en organisaties die beter begrijpen hoe hun werk- en leefomgeving waarde kan toevoegen.
Maar het gaat vooral om een toekomst waarin gebouwen niet alleen ‘smart’ zijn, maar werkelijk bijdragen aan het succes van de mensen die ze gebruiken. Een toekomst waarin techniek ons helpt vooruit te kijken én vooruit te bouwen.
Ik kijk ernaar uit om deze inzichten mee te nemen in mijn opdrachten en samen met organisaties te onderzoeken hoe slimme gebouwen en AI hun facilitaire strategie kunnen versterken.
Wil je sparren over hoe deze ontwikkelingen jouw facilitaire organisatie kunnen verrijken? Ik denk graag mee.