Lees hier het verhaal van Rising Star Leonie Uijlen.
Als je jezelf vergelijkt met wie je was toe je startte met je opleiding, wat is er dan veranderd?
“Tijdens mijn studie romantiseerde ik het facilitaire vak misschien iets te veel. Ik dacht vooral aan mooie kantoorpanden en de best mogelijke dienstverlening, maar ons vak gaat veel verder. Door mijn ervaring heb ik een bredere kijk gekregen op FM en sta ik steviger in mijn schoenen. Door de variatie aan opdrachten en rollen stap ik nu sneller uit mijn comfortzone, ben ik flexibeler geworden en heb ik een meer nuchtere kijk op zaken.”
Waarom heb je voor Facility Management gekozen?
“Tijdens mijn opleiding tot management assistente liep ik stage bij een makelaarskantoor, daar werd mijn interesse gewekt in vastgoed. Bij andere stages kwam ik in aanraking met dienstverlening en organiseren. Het waren voor mij de redenen om FM als vervolgstudie te kiezen.”
Mijn werk bestaat uit:
“Ik wissel uiteenlopende interim- en consultancyopdrachten af. Daarnaast heb ik ook geadviseerd over het inrichten van een FMIS-systeem en verbeterplannen opgesteld voor bestaande facilitaire dienstverlening. Tijdens het traineeship heb ik ontdekt dat ik vooral energie krijg van interim-klussen.”
Wat is voor jou in je werk momenteel in de coronatijd de grootste uitdaging?
“Bij de verschillende opdrachtgevers was ik betrokken bij de ‘terugkeer naar kantoor’ of de voorbereidingen daarop. Door de wisselende coronamaatregelen en bezetting van medewerkers en bezoekers was het constant op- en afschalen van diensten en het doorvoeren van aanpassingen in de panden. Maar de grootste uitdaging ligt net achter me. Op dit moment ben ik op interimbasis bij GGD Hart voor Brabant werkzaam als huisvestingsadviseur en ben ik medeverantwoordelijk voor onder andere de huisvestingszaken van de test- en vaccinatielocaties. Een mooie, leerzame opdracht in een dynamische tijd.”
Belangrijkste FM-trend?
“Facility management wordt steeds meer gebouwd op data en krijgt daarmee logistieke eigenschappen. Je moet op de goede momenten de juiste facilitaire capaciteiten ter beschikking hebben, dit kan alleen met de juiste (historische) data. Data en het gebruik van nieuwe technologie gaan naar mijn idee ons vak steeds meer bepalen. Daarnaast kunnen organisaties op deze manier ook gerichter besparen en hiermee zowel hun diensten als vastgoed verduurzamen.”
Over 5 jaar ben ik…
“Qua functie ben ik daar nog niet helemaal uit. Mijn interesse is breed en veel onderwerpen vind ik uitdagend. Bij mijn huidige werkgever bevind ik me in een soort snoepwinkel: ik mag allerlei projecten uitvoeren en bij veel organisaties binnenkijken. En de net zo enthousiaste collega’s zijn de kers op de taart!”
Grootste verbazing tot nu toe?
“Bij diverse opdrachtgevers heb ik gezien dat hard- en softservices te weinig integraal samenwerken. Aan de ene kant begrijpelijk, maar aan de andere kant leidt dit tot operationele knelpunten en inefficiency. Het besef van wederzijdse afhankelijkheid en korte lijnen is de basis voor een succesvolle samenwerking.”
Grootste succes tot nu toe?
“Het is soms niet de vraag waar de trein naartoe gaat, maar of je er op springt. Met dit gedachtegoed heb ik toffe projecten en interim-opdrachten aangepakt en deze naar tevredenheid van de opdrachtgever afgerond. Dit is voor mij één groot succes!”
Wie is jouw grote inspiratiebron en waarom?
“Ik heb niet één inspiratiebron. De mensen om mij heen inspireren mij, zowel zakelijk als privé.”
Wat zou je graag beter kunnen?
“Interpersoonlijke vaardigheden inzetten. In mijn werk heb ik vaak te maken met veranderprocessen- en projecten. De grootste uitdaging hierin blijft het meekrijgen en inspireren van betrokkenen.”
Welk managementboek raad je aan en waarom?
“Dat is ‘Waar een wiel is, is een weg’ van Jaap Bressers. Het bevat de levenslessen van iemand die op vakantie in zee duikt, zijn rug breekt en bijna totaal verlamd raakt. De manier waarop hij vertelt hoe hij ondanks zijn beperkingen toch het beste haalt uit de dingen die hij nog wél kan is heel inspirerend.”
.jpg)
